Gezond en duurzaam eetgedrag is een belangrijk thema om aan kinderen mee te geven, zodat zij (later) in staat zijn gezonde en duurzame voedselkeuzes te maken. Binnen het (voortgezet) speciaal onderwijs (V(SO)) verdient dit speciale aandacht, mede omdat hier over het algemeen een kwetsbare en diverse groep kinderen komt. In Nederland gaat 5% van alle schoolgaande kinderen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Van alle (V)SO scholen in Nederland heeft 97% kookfaciliteiten en 46% een moestuin, bleek uit de eerder uitgevoerde behoeftepeiling. Dat biedt kansen voor voedseleducatie, maar de meeste beschikbare voedseleducatieprogramma’s sluiten niet aan op de belevingswereld en mogelijkheden van leerlingen in het speciaal onderwijs.
Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut inventariseerden afgelopen jaar hoe dit gerealiseerd kan worden. Hiertoe zijn in totaal 18 interviews uitgevoerd met 6 leerkrachten uit het speciaal onderwijs, 4 leerkrachten uit het voorgezet speciaal onderwijs, 4 lespakketontwikkelaars en 4 experts op het gebied van het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Visueel en actief
De aanpassingen die nodig zijn gaan zowel over vorm als inhoud. Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs vormen een diverse groep met specifieke aandachtspunten, er is nooit een eenduidige oplossing. Wel kunnen er enkele algemene bevindingen belicht worden.
Een visuele en actieve aanpak lijkt de sleutel tot succes. Theorie combineren met actief bezig gaan met het onderwerp is een must. De voedseleducatielessen hoeven geen grote onderwerpen te mijden, maar moeten wel een eenvoudig doel kennen. De vormgeving mag simpel en strak zijn. Video’s vormen een belangrijke toevoeging aan lessen en worden vaak gebruikt. Ook kwam naar voren dat leerkrachten de voorkeur hebben voor een fysieke lesmap of leskist.
Structuur en herhaling
Leerkrachten vinden het belangrijk dat de lessen een vaste opbouw hebben. Herhaling van de vorige les, een stukje theorie en vervolgens het toepassen zijn de vaste elementen. Daarnaast moet het volgens hen niet blijven bij een eenmalige les, maar regelmatig terugkomen. Zo beklijft het beter.
Op elke school zitten leerlingen met verschillende achtergronden. Benut deze diverse achtergronden, hun eigen voedingspatroon kan een goede gespreksstarter zijn en is een onderwerp dat dicht bij de belevingswereld van leerlingen ligt. Bijvoorbeeld ontbijten, vegetarisch eten of geen snoep met varkensgelatine).
Aanpassen van Smaaklessen en Weet wat je eet
Als vervolg op deze inventarisatie worden er in dit project samen met de betrokken partners, Steunpunt Smaaklessen & EU-schoolfruit, het Voedingscentrum, Stichting Special Heroes Nederland en het Louis Bolk Instituut, aanpassingen gedaan aan twee bestaande lespakketten: Smaaklessen voor het basisonderwijs en ‘Weet wat je eet’ van het Voedingscentrum voor het voortgezet onderwijs, zodat deze gratis lespakketten geschikt(er) worden voor het speciaal onderwijs. De aangepaste lessen worden in het najaar van 2023 op scholen uitgetest en geëvalueerd. Met de uitkomsten van de pilot zal gekeken worden of de aanpassingen doorgevoerd kunnen worden naar de gehele lesmethodes.
Bijlage / Document | Size |
---|---|
Rapportage inventarisatie aanpassingen voedseleducatie voor het speciaal onderwijs_LBI_juni 2023.pdf | 977.45 kB |